Je baby groeit sneller dan je soms kunt bijhouden. Gisteren nog lag ‘ie als een klein rolletje in de wieg, vandaag draait hij zich al om en stoot bijna tegen de zijkanten. En dan komt die onvermijdelijke vraag: wanneer is het tijd om over te stappen van wieg naar ledikant?
Het lijkt misschien een klein stapje, maar voor veel ouders voelt het best als een grote overgang. Gaat je baby wel goed slapen in een groter bedje? Is het wel veilig? En hoe weet je eigenlijk of je niet te vroeg of juist te laat bent?
In dit artikel help ik je op weg. We kijken naar signalen dat je baby toe is aan een ledikant, delen tips om de overgang soepel te laten verlopen en geven praktische adviezen waar je als ouder écht iets aan hebt. Want met de juiste aanpak wordt deze stap een stuk minder spannend – voor jou én je kleintje.
Waarom de overgang van wieg naar ledikant belangrijk is
Die eerste weken – of maanden – voelt de wieg als het veiligste plekje op aarde. Lekker klein, knus, makkelijk naast je bed te schuiven… maar op een gegeven moment groeit je baby eruit. Letterlijk. De meeste wiegjes zijn zo’n 80 à 90 cm lang, en zodra je kindje begint te draaien, duwen of met z’n voeten tegen de rand komt, is het tijd om over een groter bedje na te denken.
Maar het gaat niet alleen om de ruimte. Veiligheid speelt ook een grote rol. In een wieg is er minder bewegingsvrijheid en het matras ligt vaak wat hoger. Zodra je baby zich begint op te trekken of te rollen, kan dat risico’s opleveren. Een ledikant is dan simpelweg veiliger: het is dieper, steviger en ontworpen voor die actieve babylijfjes die ineens alles willen ontdekken.
Daarnaast is het ook een logische stap in de ontwikkeling. Waar een wieg nog echt dat ‘newborn’ gevoel geeft, markeert het ledikant het begin van een nieuwe fase – eentje waarin je baby langzaam maar zeker meer ruimte, ritme en regelmaat krijgt.
Wanneer is je baby toe aan een ledikant?
Er is niet één magisch moment waarop je baby van wieg naar ledikant “moet” – elk kindje ontwikkelt zich in z’n eigen tempo. Toch zijn er een aantal signalen waar je goed op kunt letten. De meeste ouders maken de overstap ergens tussen de 3 en 6 maanden, maar het kan ook eerder of later zijn.
Wat dan wél handig is om in de gaten te houden: ligt je baby vaak tegen de zijkant van de wieg aan? Duwt hij zich al een beetje omhoog of probeert hij te rollen? Dan is de kans groot dat hij toe is aan meer ruimte én meer veiligheid. Ook de lengte speelt mee: als je baby bijna net zo lang is als de wieg zelf (meestal rond de 80 à 90 cm), dan is het echt tijd om verder te kijken.
En eerlijk: je merkt het vaak zelf wel. Je krijgt zo’n gevoel van “oké, dit wordt te klein”. En op dat moment is overstappen naar een ledikant meestal de juiste beslissing.
Zo maak je de overgang van wieg naar ledikant soepel
Voor sommige baby’s is een nieuw bedje geen enkel probleem. Die slapen gewoon verder alsof er niks veranderd is. Maar andere kindjes moeten even wennen aan al die extra ruimte, de andere geur, het matras… Gelukkig kun je de overgang een stuk makkelijker maken met een paar simpele stappen.
Begin bijvoorbeeld met overdag slapen in het ledikant, terwijl de nachten nog even in de wieg zijn. Zo went je baby rustig aan zijn nieuwe slaapplek. Je kunt ook het matrasje of beddengoed van de wieg (als het past) tijdelijk gebruiken in het ledikant, zodat het vertrouwd ruikt.
Blijf daarnaast vasthouden aan het bekende slaapritueel. Een liedje, een knuffel, een verhaaltje – wat voor jullie werkt. Het maakt niet uit waar je baby slaapt, als het ritueel maar hetzelfde blijft. En tot slot: leg je kindje in het ledikant als hij nog wakker is, zodat hij zelf leert inslapen op de nieuwe plek.
Het zijn kleine dingen, maar ze maken een wereld van verschil. Voor je het weet, voelt het ledikant net zo vertrouwd als de wieg ooit was.